Na grondig werk: de rekening klopt!

Updated:
11/12/2025

Elk lokaal bestuur in Vlaanderen kampt met een knellend budgettair kader. Dat is voor Berlare niet anders. Dit zijn de belangrijkste oorzaken:

  • Substantiële daling van subsidies via hogere overheden: wegvallen inkomsten sociale en culturele participatie (- 10.500 euro per jaar), afbouw van de compensatie voor het wegvallen van de Eliataks (- 156.000 euro per jaar), geen compensatie meer voor de stijgende personeelskosten en energieprijzen (- 197.000 euro per jaar), ...
  • Hogere bijdragen aan andere overheden, zoals de afvalheffingen ( + 27.250 euro per jaar);
  • Meer taken worden de voorbije jaren overgeheveld naar het lokale niveau. Om die nieuwe dienstverlening kwalitatief in te vullen voor onze inwoners, zijn bijkomende medewerkers nodig. In combinatie met algemene loonindexeringen en sectorale akkoorden heeft dit de laatste jaren (2020-2025) gezorgd voor een stijging van de personeelskost met 34% (van 13 naar 17 miljoen euro);
  • Sterke stijging van de pensioenuitgaven van de statutaire ambtenaren, ondanks de afbouw van zo’n statutaire medewerkers (+ 1.800.000 euro voor de periode 2026-2031);
  • Hogere prijzen in vele sectoren waarmee wordt samengewerkt, niet in het minst in de (wegen)bouw;
  • Schommelende en dus onbetrouwbare prognoses met betrekking tot de belangrijkste inkomstenstroom van het lokaal bestuur, namelijk de federale personenbelasting. Dat zet ons aan tot voorzichtigheid waarbij we in onze tabellen uitgaan van het veiligste scenario (- 1 miljoen euro);
  • Ook de impact van de federale maatregel om de werkloosheidsuitkering te beperken in de tijd, is koffiedik kijken. In elk geval houden we rekening met een stijging van het aantal leefloondossiers;
  • Stijgende bijdrage aan politiezone: de roep naar meer blauw op straat gaf aanleiding tot de beslissing om het personeelskader volledig in te vullen. Samen met de noodzakelijke investeringen, en de algemeen sterk gestegen personeelskosten zorgt dit voor een verhoogde bijdrage van de deelnemende gemeenten;
  • Ook in Brandweerzone Oost investeert men de komende jaren extra in veiligheid. Het doel wordt het volledig opnemen van het wettelijke takenpakket, het verhogen van de veiligheid van de brandweermedewerkers en het verbeteren van de dienstverlening De gemeenten dragen hierbij nog steeds het grootste deel van de financiële verantwoordelijkheid. Ongeveer 75% van de uitgaven wordt gedragen door de lokale besturen, slechts 25% door de federale overheid;
  • Hogere dotatie aan de erediensten, waarvan de volledige exploitatie, onderhoud en investeringen door de gemeente worden gedragen (van 103.000 euro naar 140.000 euro per jaar).

Ondanks deze context blijft onze autofinancieringsmarge (een van de belangrijkste indicatoren voor een financieel gezond beleid die aangeeft of de organisatie met het verschil tussen werkingskosten en ontvangsten haar leninglasten kan dragen) voldoende positief de komende zes jaar.

Die marge halen we noch door de belastingen te verhogen nu (onze twee belangrijkste gemeentebelastingen, namelijk de aanvullende belasting op de personenbelasting (7,6%) en de opcentiemen op de onroerende voorheffing (880), blijven op het niveau van het Vlaams gemiddelde) noch door in te boeten op personeel en kwalitatieve dienstverlening. Integendeel, we breiden zelfs hier en daar uit. Wel actualiseren we tarieven, vaak al vele jaren ongewijzigd, en volgen we de werkingskosten nauwgezet op.

"We hebben heel bewust gekozen voor financiële voorzichtigheid, maar zonder in te boeten aan kwaliteit. We behouden én versterken waar nodig onze dienstverlening. Daarbij hanteren we duidelijke uitgangspunten: we beschermen onze inwoners, verenigingen en kwetsbare groepen, én we blijven initiatieven en activiteiten ondersteunen die het sociale weefsel in onze gemeente versterken."

Katja Gabriëls, burgemeester

We zijn trots dat we deze cijfers kunnen voorleggen en toch alle diensten in eigen beheer houden: woonzorgcentrum, buitenschoolse kinderopvang, maaltijden aan huis. 

Enkel de dienstenchequeonderneming laten we gaan. Deze was te verlieslatend (voor elke gebruiker legt het lokaal bestuur elk jaar 1.800 euro bij) en we stellen vast dat er alternatieven zijn op de privémarkt zodat onze gebruikers niet in de kou komen te staan. Voor de medewerkers van de dienstenchequeonderneming zoeken we samen een tewerkstellingsoplossing, waar het kan binnen onze eigen organisatie.

Dankzij het prima werk bij de voorbereiding, blijft er 21 miljoen euro beschikbaar voor investeringen zoals:

  • Brielstraat;
  • Donkere Wolk;
  • Dak loods openbare werken;
  • Stookplaats Cultuurhuis Stroming;
  • Restauratie oud-gemeentehuis Overmere;
  • Sport- en jeugdsite Berlare;
  • Waterhoek-Quôte.