Er wordt ten behoeve van de gemeente een jaarlijkse heffing gevestigd op de woningen die in gebruik zijn als tweede verblijf. Hierbij wordt uitsluitend de toestand op 1 januari van het aanslagjaar in aanmerking genomen.
Als tweede verblijf wordt beschouwd:
-
Elke private woongelegenheid die niet het hoofdverblijf vormt van de eigenaar of de huurder, maar die wel op elk moment door hem kan worden bewoond.
-
Tweede verblijven zijn landhuizen, bungalows, appartementen, weekendhuisjes, optrekjes en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans, die al dan niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger.
Een tweede verblijf dat niet als dusdanig wordt gebruikt, wordt geschrapt uit de lijst met tweede verblijven maar wordt meteen opgenomen in het leegstandsregister.
Uitzonderingen
Lokalen die uitsluitend bestemd zijn om een beroepsactiviteit uit te oefenen, garages, tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens worden niet als tweede verblijf beschouwd.
Procedure
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Tarief
De belasting bedraagt 800 euro per tweede verblijf. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.
Meer info
Contact
Dag | Time slot | ||
---|---|---|---|
dinsdag: | 13:30-19:00 |